Hout is een van mijn meest favoriete materialen om mee te werken. Beeldhouwen in hout is echter nieuw voor mij en lijkt mij, naast het tekenen en schilderen, dé manier om mij creatief te uiten binnen mijn R(A)UWproces.
Het hakken met de grove beitel in het hout, het diep naar binnen werken in de stam tot ik letterlijk geen ruimte meer heb om verder te gaan omdat de ruimte te nauw wordt… om vervolgens met een hele fijne guts toch nog wat verder te kunnen gaan, te zoeken naar de ideale vorm.
…die vorm waar mijn hart opnieuw in past.
Van onbewerkt naar bewerkt, van rauw naar glad om weer terug te gaan naar rauw en van rond naar hoekig en weer terug naar rond. Het emotionele en mentale doorwerken van mijn verdriet en emoties vertaal ik hiermee naar het fysieke vlak. Mijn tranen vloeien over het hout daar waar ik niet verder kan gaan… en toch de moed vind om door te gaan. De guts doorboort mijn vingers tot bloeden, na uren kerven in het hout en ik niet meer krachtig genoeg ben om nog te kunnen snijden… Met de brander maak ik donker wat licht is en daarmee hard wat zacht is. Met elke opvolgende sculptuur die ik maak doorleef ik mijn proces steeds weer dieper. Ik ga van licht naar donker en weer terug naar licht. Van zware massa naar een zekere lichtheid. Van vechten met het hout naar samenwerken met het materiaal. Van weerstand naar overgave…
Om uiteindelijk opnieuw geboren te worden.





